We wandelden op een klein pad door een park. Bij een rood lampje moesten we rechts afslaan en dan een trap naar beneden om uiteindelijk bij een donkere kelder terecht te komen. Door de dikke metalen deur drongen gedempte technogeluiden naar buiten. Deze ietwat rare route naar het feestje had mijn vriend van een vage kennis gekregen. Er was geen bijbehorend Facebook-evenement of een aankondiging in het stadstijdschrift. Officieel bestond het feestje niet. Dat was gewoon hoe het ging in Berlijn, tien jaar geleden.
Wat we achter de deuren van de geïmproviseerde club zagen wil ik achteraf niet romantiseren. Jonge mensen, die blijkbaar te arm voor een fatsoenlijk shirt, maar nog net rijk genoeg voor een pilletje ecstasy waren, dansten uitbundig. In de donkere kelderruimte hing een vochtige zweetlucht en de geur van zelfgerolde sigaretten. Een dj, wiens halve vriendenkring op de gastenlijst stond, draaide in ruil voor een fles wodka de hele avond middelmatige technoplaten. Het was een tijd waarin de pupillen van de feestgangers nog groter waren dan hun verwachtingen. Veel van mijn vrienden hebben Berlijn inmiddels de rug toegekeerd. Wie geld wilde verdienen nam een baan in Hamburg of Frankfurt, wie het Berlijn van vroeger miste ging naar Leipzig. Wat moest ik, jong en getalenteerd, dan nog in deze stad van lage lonen? Op de laatste dag van mijn master stapte ik vanuit het universiteitsgebouw rechtstreeks in een verhuiswagen en reed zonder om te kijken naar Rotterdam. Lebewohl, Berlijn! Rotterdam: the new Berlin? De toeristen komen weliswaar nog steeds massaal naar de stad aan de Spree, maar de inwoners beginnen steeds meer onder de populariteit van hun stad te lijden. Hipsters over de hele wereld gissen al een paar jaar welke stad the new Berlin gaat worden. Naast verschillende steden tussen de Balkan en de Baltische kust (Belgrado, Krakau, Warschau en Tallinn, als men sommige voorspellingen mag geloven) wordt al jaren een Nederlandse stad als potentiële opvolger van Berlijn genoemd: Rotterdam. Is Rotterdam hetzelfde lot als Berlijn beschoren? Nou, jein. Rotterdam heeft wel een paar van de ingrediënten die Berlijn in het afgelopen decennium tot het mekka van creatievelingen en gelukszoekers heeft gemaakt. Beide steden delen een onbestendig verleden. Dat aan het eind van de Tweede Wereldoorlog zowel aan de Maas als aan de Spree geen steen meer op de andere stond, tekende het stadsbeeld tot in de tegenwoordige tijd. Door menigeen wordt Rotterdam als kil, hard en troosteloos ervaren. Dezelfde negatieve associaties had men in de jaren negentig met Berlijn, toen nog ‘de grootste bouwplaats van Europa’. Door hun oorlogsverleden hebben beide steden geen duidelijk centrum en dat zorgde bij bewoners van minder buitengewone steden voor verwarring. Het kon de Rotterdammers en Berlijners zelf geen reet schelen dat iedereen Roffa en das dicke B een beetje eng en vies vond. Laat ons maar lekker onderling blijven, terwijl de toeristenmassa’s door de pittoreske straatjes van Amsterdam en München stromen. Het kon de Rotterdammers en Berlijners zelf geen reet schelen dat iedereen Roffa en das dicke B een beetje eng en vies vond Ook de jongere geschiedenis van de twee steden toont veel gelijkenissen: terwijl de westelijke helft van Berlijn voortdurend door het IJzeren Gordijn vermorzeld dreigde te worden, was de oostelijke helft het zwaar opgemaakte hoofd op een ziek lichaam. Toen de twee halve steden in 1990 weer bij elkaar kwamen, was Berlijn een ramp. Ook Rotterdam heeft woelige jaren achter de rug. De ooit zo moderne Lijnbaan bood in de jaren zeventig en tachtig een troosteloze aanblik. Terwijl rijke bewoners naar de gemeenten buiten Rotterdam trokken, kwamen berooide migranten naar de stad. Het verpauperde Rotterdam was internationaal vooral bekend om hooligans, harddrugs en de ferry naar Harwich. Als men alle Europese metropolen van de jaren tachtig met snoezige fabeldieren zou vergelijken, dan zou Rotterdam een zieke, lelijke, grijze steen zijn. Waarom? Het is gewoon ontzettend moeilijk een metafoor te bedenken waarin Rotterdam geen grijze steen was. Berlijns momentje Maar juist deze moeilijke uitgangssituaties zorgen ervoor dat in de volgende jaren eigenlijk alles mogelijk is in Berlijn en Rotterdam. Woonruimte en levensonderhoud zijn goedkoop, de behoefte om te werken niet bepaald groot. Waarom ook? In beide steden kon je de tijd doden door dagenlang te stappen. Berlijn werd in de jaren negentig de Europese hoofdstad van de techno, in Rotterdam weerklinken tegelijk de eerste wiegebeatjes van de gabber. Rotterdam en Berlijn zijn trots op hun bruuske charme, die niet-ingewijden makkelijk met onbeschoftheid verwarren. Aan de Maas is binnen twintig jaar een indrukwekkende skyline gebouwd, die Rotterdam tot een van de meest verticale steden van Europa maakt. Berlijn bouwde vooral horizontaal en maakte in de afgelopen twintig jaar de gaten dicht die de muur middenin de stad heeft achtergelaten. In geen van beide steden raak je bekneld: ze zijn ruim en open, en zorgen door hun stadsbeeld voor een gevoel van vrijheid. Herrezen als een feniks uit zijn as is Berlijn de afgelopen tien jaar de meest vrije en dynamische stad van Europa. Het zou best kunnen dat Rotterdam dat de komende tien jaar gaat worden. Bij elk Berlijns momentje ben ik een beetje blij voor Rotterdam. En tegelijk spijt het me ook Onlangs bezocht ik met een vriend een feestje in een verlaten industriegebouw op Zuid dat me erg aan het Berlijn van tien jaar geleden deed denken. In een onpretentieuze sfeer zwierven enkele tientallen jonge Rotterdammers door de slecht verlichte locatie. Het tochtte verschrikkelijk en het geluid uit de speakers was erbarmelijk, maar de bezoekers vonden het geweldig. Een slecht opgemaakte travestiet danste zo wild op een nummer van Frankie Goes to Hollywood dat ze per ongeluk een biertje uit de handen van een bebaard studentje sloeg. Het meisje ernaast, dat nu volledig bezoedeld was, slaakte een gil van verrukking. Ik vond het allemaal een beetje gek. Maar juist dit was even een Berlijns momentje, wat dat dan ook mag betekenen. Bij elk Berlijns momentje ben ik een beetje blij voor Rotterdam. En tegelijk spijt het me ook. Kleingeestig en vertrut Want Berlijn is over, zonder twijfel. Actiegroepen voorkomen de bebouwing van binnenstedelijke braakliggende gebieden of vechten voor 30 km/h-zones bij hun favoriete koffietent of speeltuin. De huurprijzen zijn inmiddels even hoog als in West-Duitse steden. Het zijn Zwitserse topbankiers op sabbatical, verveelde Deense rich kids of Hamburgse artsen kort voor de burn-out, die nu nog naar Berlijn verhuizen. Ze wanen zich in een kring van bohemiens, maar die zijn er al lang niet meer. Het is een vooral blanke en welvarende elite die nu nog richting oosten trekt, niet bepaald het soort mensen dat een stad lekker goedkoop en divers laat blijven. Het ooit oh-zo-gekke Berlijn is volwassen geworden, zo lijkt het, maar ook vrij kleingeestig en vertrut. Rotterdam daarentegen durft nog te veranderen, er heerst een zekere dynamiek die ook in de rest van Nederland niet onopgemerkt blijft. Hier en daar opent een veganistisch burgerrestaurant of een lactosevrije frozen yoghurt ijssalon en ja, lekker, waarom ook niet. Ten slotte kondigt niet elke glutenvrije oliebol meteen het einde van de wereld aan. Het is toch hartstikke leuk als er plots parken zijn waar vroeger leegstaande gebouwen stonden? En eigenlijk ook best wel gezellig als de toeristen onderweg van Amsterdam naar Brussel ook eens in Rotterdam stoppen. Of staat Rotterdam nu hetzelfde lot te wachten waarover Berlijners nu jammeren? Rotterdam is voor het eerst sinds 75 jaar niet meer ziek, grijs en lelijk. Dat is leuk en daarover valt niet te klagen. Rotterdam is nu één van de meest raadselachtige fabeldiertjes onder de Europese steden: niemand weet of de hipheid van Rotterdam écht bestaat, maar het is leuk om het je voor te stellen. Berlijn blijkt echter geen mythische eenhoorn, maar slechts een paard met glitterschmink en een kartonnen kegel te zijn.
0 Kommentare
|
medi←um
Alle
arc∙hiv
August 2023
|